Het ging allemaal gemakkelijk
Deze keer hebben we oud-leerling Marieke Coenen gevraagd haar herinneringen aan het Sint-Janslyceum (1987-1993) met ons te delen. Haar vader Jan Coenen was van 1971 tot 2005 leraar scheikunde aan onze school en helaas is hij vrij snel na zijn pensionering in december 2010 overleden want wat zou hij trots zijn op de mooie carrière van zijn Marieke!
Na het behalen van haar VWO-diploma studeerde zij Medische Biologie in Utrecht en promoveerde in Nijmegen bij de afdeling kindergeneeskunde op een onderzoek naar genetische afwijkingen bij kinderen met ernstige stofwisselingsziekten. Als jonge onderzoeker kreeg ze vanuit het NWO-talentprogramma VENI een belangrijke persoonsgerichte subsidie voor baanbrekend onderzoek. Op dit moment werkt ze als Universitair Hoofd Docent bij de afdeling genetica van het Radboud UMC waar ze een eigen onderzoeksgroep heeft op het gebied van farmacogenetica waarbij het gaat om het voorspellen van de werking/bijwerkingen van medicatie op basis van genetische veranderingen.
Marieke is getrouwd met Johan, samen hebben ze een zoontje (Jano) van 8 en wonen ze in Kaatsheuvel, vijf minuten van de Efteling. Ze houdt van koken en gaat er graag met de camper op uit.
Ans Buys
Terugkijken op mijn tijd op het Sint-Jans, ik ben diep gaan graven. Ik moet zeggen dat ik van mijn tijd op school niet echt heel veel herinneringen heb. Ik heb het er leuk gehad, ik heb nieuwe vriendinnen gemaakt. Het ging allemaal gemakkelijk, ik heb nooit echt moeite hoeven te doen. Wel veel herinneringen aan het Sint-Jans maar dat was met name door mijn vader.
Dat ik naar het Sint-Jans zou gaan was gewoon een feit. Natuurlijk waren we thuis bevooroordeeld over het Sint-Jans, met een vader die daar werkte. Maar mijn beste vriendin van de lagere school ging ook, dus ik ook. Mijn vader en ik hadden ons voorgenomen ervoor te zorgen dat niemand zou merken dat we vader en dochter waren en als tweede hadden we de deal dat ik niet bij hem in de klas zou komen.
Het tweede is helemaal goed gekomen, maar de eerste dag op school zegt mijn klassenleraar tijdens het voorstelrondje meteen tegen heel de klas dat mijn vader leraar scheikunde was op school. Dus binnen een uur het goede plan in duigen. Maar echt last heb ik er nooit van gehad, behalve dan dat mevrouw Verhees altijd, als ik een keer met een briefje kwam dat ik ergens naartoe moest, de opmerking maakte dat het wel een heel bekend handschrift was. Bovendien deelde ze het ook nog altijd even met mijn vader dat ik geweest was. Maar ik heb toch ook wel leraren gehad die helemaal niet wisten dat ik de dochter was van en dan toevallig er een keer achter kwamen, bijvoorbeeld toen mijn vader zijn collega’s uitnodigde om een borrel te komen drinken omdat ik geslaagd was.
Ik was net als mijn vader een echte bèta en ik was blij dat ik zoveel mogelijk andere vakken kon laten vallen. Ik ben wel nog steeds teleurgesteld dat ik na mijn eindexamen en altijd hoge cijfers voor wiskunde van meneer Van Uden te horen kreeg dat ik nooit echt goed in wiskunde was geweest. Maar ik moet ook wel zeggen dat ik pas echt wiskunde geleerd heb toen ik bij hem in de klas kwam. Bovendien denk ik dat alle docenten Engels die ik gehad heb, zich niet kunnen voorstellen dat ik toch nog mijn Engels op het Cambridge C1-niveau gekregen heb. Dit had ik zelf ook niet geloofd als iemand me dat aan het einde van de middelbare school had gezegd. Ik kwam in zes atheneum niet veel verder dan een beetje houtjes touwtjes Engels. Gelukkig was het eindexamen Engels met de teksten voor een deel analyseren en dat heeft me wel gered.
Na het Sint-Jans ben ik gaan studeren in Utrecht, Medische Biologie, en ben uiteindelijk op het lab terechtgekomen en doe onderzoek op het gebied van de genetica. Dus de bètakant is altijd duidelijk gebleven en de basis is zeker weten op het Sint-Jans gelegd.
Marieke Coenen, examenjaar 1993
@Nieuwsbrief 2, mei 2021